‘Mijn ervaring aan het bed helpt mij te begrijpen hoe beleid werkt in de praktijk’

geplaatst op: 17 februari 2021
laatst gewijzigd op: 17 februari 2021

Elise Hol is regiosecretaris integrale samenwerking in Twente. Dit is een intensieve samenwerking tussen de veertien Twentse gemeenten, Menzis en de GGD Twente rondom verschillende thema’s. “Ons doel is meer inzetten op integrale, duurzame en passende zorg en ondersteuning voor de Twentse inwoners” zegt Elise. Hoog op de agenda staat het project integrale cliëntondersteuning. Ik vroeg haar naar de uitdagingen van integrale samenwerking. Wat kan Elise betekenen in haar rol als regiosecretaris en wat zijn de raakvlakken met Pilot 5?

Door: Jacomien Wolfkamp

Hoe zien jouw loopbaan en achtergrond eruit Elise?

“Mijn passie voor de zorg is er altijd geweest” antwoordt Elise. “Vanaf dag één wist ik dat dit mijn werkveld zou worden. Mensen helpen en stimuleren om iets (weer) zelfstandig te doen spreekt mij aan. Tijdens mijn hbo-opleiding verpleegkunde liep ik stage in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en het ziekenhuis. Het werk aan het bed vond ik erg mooi, maar ik merkte dat ik meer uitdaging nodig had. Ik volgde een Master Gezondheidswetenschappen, gericht op organisatie, beleid, management en onderzoek in de gezondheidzorg. Ik studeerde af bij Menzis zorgkantoor, bleef in Twente hangen en ging aan de slag bij het CIZ.”

Vertel eens iets over het Project ‘Wanbetalingsregeling’ waar je mee begon?

Elise: “Ik werd middenin de grote omslag en decentralisaties in het sociale domein beleidsadviseur bij een gemeente. De wethouder daar wilde meer samenwerking tussen gemeenten en de zorgverzekeraar. Vanwege mijn achtergrond in het medische en sociale  domein, vroeg zij mij als coördinator van een driejarig project voor mensen in de bijstand met schulden bij de zorgverzekeraar. Die mensen komen na zes maanden betalingsachterstand in de ‘Wanbetalersregeling’, krijgen een boete en zijn niet meer aanvullend verzekerd. Inwoners komen  daar vaak zelf niet meer uit en zakken alleen maar dieper in de schulden. Er is geen of te weinig oog voor de combinatie van sociale problemen achter hun schulden. In dit project werken gemeenten samen met zorgverzekeraar Menzis, gaan op huisbezoek, brengen hun persoonlijke situatie in beeld en helpen deze mensen met het oplossen van opgelopen schulden.”

Hoe kwam je als regiosecretaris terecht in Twente?

“Daar rolde ik min of meer in vanuit mijn ervaring” lacht Elise. “In Twente willen we de cliënt centraal zetten; Van ziekte en zorg  naar gezondheid, welzijn en een gelukkig leven. Met dat uitgangspunt werken de veertien Twentse gemeenten, Menzis en de GGD Twente samen binnen vijf thema’s; Jeugdhulp, Ouderenzorg, Zorg voor psychisch kwetsbaren, Schulden en armoede en Preventie en gezondheidsbevordering. Er lopen 27 projecten, variërend van de rookvrije samenleving tot de wachtlijsten in de GGZ en vroegsignalering van schulden.”

“Een belangrijk project is integrale cliëntondersteuning” vervolgt Elise. “Daarmee sluiten we beter aan bij de brede behoefte en ondersteuningsvraag van mensen en brengen ze in contact met een passende cliëntondersteuner. Daarvoor deden we eerst onderzoek en spraken veel inwoners en professionals. Toen bleek dat niet alleen de onafhankelijk cliëntondersteuners vragen verheldert en meedenkt. Ook allerlei professionals zoals de huisarts, wijkverpleegkundige en schuldhulpverlener doen dat en bieden dus een vorm van cliëntondersteuning. Daarom is het belangrijk om het brede netwerk van professionals binnen gemeenten in kaart te brengen en te versterken.  We zorgen ervoor dat zij elkaar leren kennen, weten wie welke taken heeft en hoe ze elkaar aanvullen. We maken ze bewust van hun rol en het moment waarop ze kunnen doorverwijzen en overdragen. Daardoor weten ze elkaar beter te vinden en schakelen, bijvoorbeeld multi problematiek, op het juiste moment een onafhankelijk en coördinerend cliëntondersteuner in. Zo wordt onze zorg en ondersteuning preventiever en integraler. Dat is beter voor de inwoners, dat is het belangrijkste. Maar we merken ook dat investeren in deze kwaliteitsverbetering van zorg en ondersteuning kosten bespaart. Zo kunnen we ondersteuning op de lange termijn toegankelijk houden voor iedereen.”

Wat maakt het volgens jou soms moeilijk om ondersteuning voor iedereen goed bereikbaar te maken?

Elise: “De belangrijkste oorzaak is dat wetten en regelingen niet altijd goed op elkaar aansluiten, daardoor zijn er veel ‘hokjes’ en ‘grijze gebieden’. Hulp sluit dan in de praktijk soms niet goed aan op wat iemand nodig heeft. Juist daarom is tijdig en integraal meedenken van wezenlijk belang. Organisaties hebben de uitdaging om binnen de kaders van de wet goed samen te werken. Daarbij staat voorop dat we van symptoombestrijding naar het integraal aanpakken van de oorzaak gaan. Met vroegsignalering en het gezonder maken van mensen kijken we anders en zien we hoe we zorg kunnen voorkomen.”

De gezinnen in Pilot 5 zijn vastgelopen in het complexe zorgsysteem. We willen dat voorkomen door tijdige koppeling van een Bondgenoot. Wat zijn de raakvlakken tussen Pilot 5 en het project integrale cliëntondersteuning in Twente?

“In de basis zeggen we hetzelfde” zegt Elise. “Ook wij willen een vast iemand voor zo’n gezin die (onafhankelijk) meedenkt bij alle vragen. Soms gebeurt dat bijvoorbeeld door de wijkverpleegkundige en soms is dat een ingewikkeld traject. Als je preventief en domeinoverstijgend denkt hoeft het niet complex te zijn. Bij eenzaamheid kunnen we bijvoorbeeld op zoek  naar een maatje. Hulpverleners kennen hun rol en kunnen waar nodig doorverwijzen naar een onafhankelijk cliëntondersteuner. Bijvoorbeeld  bij complexe problemen binnen verschillende domeinen of als mensen geen vertrouwen hebben in het (zorg)systeem of een bepaalde organisatie.” Ze ziet drie raakvlakken tussen Pilot 5 en het project integrale cliëntondersteuning Twente. “We vergroten zichtbaarheid en bekendheid van cliëntondersteuning, onze professionals en inwoners weten bij wie ze waarvoor terecht kunnen en we verbeteren de kwaliteit van cliëntondersteuning.”

Wat ervaar jij als de grootste uitdaging in de samenwerking binnen het Koploperstraject?

Elise: “We vinden elkaar in de visie dat het welzijn, geluk en de kwaliteit van leven van onze inwoners centraal staat. Daar willen we bij helpen. Maar organisaties werken soms ook op hun eigen manier op een eigen ‘eilandje’. Onze grootste uitdaging is continu kijken waar we elkaar kunnen vinden. Verschillende culturen, kaders en financiële beperkingen maken samenwerken soms echt lastig, maar we boeken wel resultaat! Steeds de verbinding blijven zoeken is cruciaal in mijn rol.”

Wat zou je nog graag willen bereiken in preventie binnen zorg en welzijn?

“Meer preventie” zegt Elise zonder aarzelen. “Gezondheid is meer dan appels eten en vaker wandelen, we zijn in Nederland best gemedicaliseerd. Ik wil dat we mensen gezonder en gelukkiger maken en zo problemen voorkomen. De toekomst ligt in integraal samenwerken en inzetten op gezondheid. Gemeenten, zorgorganisaties en andere betrokken organisaties leren van elkaar. Ook landelijk zou ik graag zien dat  de verbinding tussen gemeenten, zorgverzekeraars, GGD’s en Zorgkantoren gestimuleerd wordt. Daar wordt gelukkig al hard aan gewerkt, er worden goede stappen gezet.”

Wanneer ga je met een goed gevoel naar huis?

“Ik probeer zoveel mogelijk  contact te houden met de mensen die beleid moeten uitvoeren. Mijn ervaring aan het bed helpt mij te begrijpen hoe beleid werkt in de praktijk” antwoordt ze. “Ik ga met een goed gevoel naar huis als ik zie dat we inwoners hebben geholpen om bijvoorbeeld uit de schulden te komen of als mensen zeggen dat ze zich echt geholpen voelen. Maar ook als zorgprofessionals vertellen dat ze blij zijn met onze informatie.”

Meer informatie over het project cliëntondersteuning

‹ nieuwsoverzicht
Click to access the login or register cheese